Iedereen kan een stichting of vereniging oprichten; het maakt niet uit hoe oud je bent.Een stichting en een vereniging zijn beide een ‘rechtsvorm’ die je nodig hebt om in aanmerking te komen voor een subsidie. Daarvoor moet een deze stichting of vereniging ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel.

Kijk hier als je wilt weten welke vorm het beste bij je plan past.

1. Vereniging en stichting
Een vereniging heeft leden, die met elkaar de ‘hoogste macht’ hebben.
Bij de oprichting van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid stelt een notaris een akte op. Hierin staan de statuten, waarin o.a. de naam en het doel van de vereniging worden vastgelegd; wie de bestuursleden zijn; wat de verplichtingen van de leden zijn; op welke manier de algemene ledenvergadering bijeen wordt geroepen (minimaal 1x per jaar). Deze jaarlijkse ledenvergadering is verplicht. Op deze vergadering worden de plannen voor het komende jaar gepresenteerd, bestuurspresentaties besproken en financiën gecontroleerd. Het is gebruikelijk dat leden van een vereniging contributie betalen.

Voor de oprichting van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid hoeft je niet langs de notaris. In dat geval ben je als bestuurder met je privévermogen aansprakelijk voor de verplichtingen van de vereniging. In het geval van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ben je dat als bestuurder in beginsel niet.

Een stichting heeft geen leden; het bestuur bepaalt wat er gebeurt.
Een stichting mag geen commercieel doel hebben, maar wel winstgevend zijn. Een stichting wordt altijd opgericht van een notaris en moet worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Bij de oprichting van een stichting wordt een akte opgesteld door een notaris. Daarin wordt verklaard dat de stichting wordt opgericht. Bij de akte komen statuten waarin het doel van de stichting wordt vastgesteld. Hierin zet je bijvoorbeeld hoe de stichting is georganiseerd en hoe het bestuur wordt benoemd.

2. Bestuur
Het is in de wet vastgelegd dat een stichting of vereniging een bestuur heeft dat zich bemoeit met de dagelijkse gang van zaken. Hoe het bestuur benoemd wordt, wordt vastgesteld in de statuten. Een bestuur bestaat in ieder geval uit een voorzitter. Deze stelt de agenda vast en zit de vergaderingen voor. Hij is vaak het eerste aanspreekpunt van het bestuur. De penningmeester houdt zich voornamelijk bezig met de financiën en de secretaris zorgt voor notulen, afspraken en andere organisatorische dingen. Ook andere bestuursleden kunnen een speciale functie hebben, denk aan een bestuurslid PR. Algemene bestuursleden hebben geen afgebakende taak en springen bij waar het nodig is.

Informatie over een goed bestuur en raad van toezicht is beschreven in de Governance code cultuur 2019. Hier vind je ook een toolkit met daarin beschreven hoe de aanbevelingen en principes geïnterpreteerd moeten worden in een organisatie met een bestuur-model.

De Fair Practice Code is een gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie. Het adviseert over hoe je mensen betaalt.

3. Aansprakelijkheid van een bestuur
Bestuurders doen hun werk voor de stichting of vereniging vrijwillig. In de notulen staat beschreven op welke voorwaarden zij voor de stichting mogen handelen en of ze dat alleen of met andere bestuursleden gezamenlijk moeten/kunnen doen. Als je als bestuurslid je gezond verstand gebruikt, kun je niet persoonlijk worden aangesproken op negatieve gevolgen. Maar als je onrechtmatig handelt en echt nalatig bent geweest, kun je wel aansprakelijk gesteld worden. Je kunt je verzekeren voor bestuursaansprakelijkheid. Deze verzekering is vrij duur en de kans is niet groot dat deze de schade die het gevolg is van een wanprestatie dekt.
Vanaf 1 juli 2021 geldt er een nieuwe wet, de WBTR. Het is voor deze wet niet meteen nodig om je statuten aan te passen, maar wel binnen 5 jaar. Een tussenoplossing is om je huishoudelijk reglement aan te passen. Je kunt er meer over lezen op deze website.

4. Veranderingen in de statuten
Wijzigingen van statuten (van stichtingen en verenigingen) moet je altijd via de notaris regelen. Denk er ook aan wisselingen van het bestuur te melden aan de Kamer van Koophandel.

5. ANBI-status
Een ANBI is een algemeen nut beogende instelling. Een ANBI-status geeft een aantal belastingvoordelen voor de stichting zelf, en ook voor donateurs. Om aangewezen te worden als ANBI moet een instelling aan een aantal voorwaarden voldoen.

6. WBTR
Per 1 juli 2022 geldt er een nieuwe wet voor besturen, ook besturen van stichtingen en verenigingen. Je leest er alles over op deze website. Je vindt daar een handeling (pdf) waarin in leest welke zaken je waarschijnlijk moet wijzigen in je statuten en wanneer, welke drie bestuursmodellen de wet onderscheidt, wat de WBTR betekent voor de aansprakelijkheid en welke andere zaken er veranderen.
Je bent natuurlijk verplicht om je aan de WBTR te houden. De WBTR is gemaakt om misstanden bij grote organisaties te voorkomen. Dus net als met de AVG geldt dat je je als kleine, culturele stichting of vereniging bewust moet zijn van wat de wet van je vraagt maar dat je niet bang moet zijn voor forse boetes als je (nog) niet voldoet aan deze wet. Ga je je statuten toch wijzigen, dan kun je dit meteen meenemen. Tot die tijd kun je toe met een bestuursbesluit in de notulen zodat je laat zien dat je je bewust bent van de WBTR.