Wanneer je als artiest een vergoeding krijgt voor je optreden moet je dit opgeven bij de Belastingdienst. Deze vergoeding wordt ook wel gage of honorarium genoemd.

Gageverklaring
Een gageverklaring is binnen de amateurkunst de meest voorkomende vorm van betaling van een gage of honorarium. Je vult dit in na ieder optreden en levert het bij de opdrachtgever in met een kopie van je legitimatiebewijs. De ingevulde en ondertekende verklaring lever je in bij je opdrachtgever vóórdat het afgesproken bedrag wordt uitbetaald. Zorg altijd dat je op het formulier de ‘KVR’ ofwel Kleine Vergoedingen Regeling aan vinkt. Hieronder lees je waarom.

Let op: de belastingdienst ziet het bedrag dat wordt opgegeven op de gageverklaring als een onkostenvergoeding – mits je de KVR hebt aangevinkt. Daarom kun je de gageverklaring ook alleen maar gebruiken tot een bedrag van maximaal €163,- per persoon op de gageverklaring. Zorg altijd dat je onkosten met bonnen kunt bewijzen. Dat gaat bijvoorbeeld om gemaakte kosten als reis- en repetitiekosten, lesgeld en de afschrijving van je apparatuur. Maar ook kleding die je kocht voor het optreden, enzovoorts.
Heb je aan het einde van het jaar meer gage ontvangen dan de onkosten die je hebt gemaakt, dan geef je dit overige bedrag op als ‘inkomsten uit overige werkzaamheden’ bij je belastingaangifte.

Hogere onkosten
Wanneer je onkosten hoger zijn dan €163  kun je bij de Belastingdienst een kostenvergoedingsbeschikking aanvragen om een hoger onbelast bedrag te kunnen krijgen. De beschikking kun je aan je opdrachtgever laten zien, zodat hij weet over welk deel van de gage geen loonheffing wordt ingehouden.

Artiesten Regeling – opting out of opting in
Sinds 2016 kent de belastingdienst de Artiesten Regeling. Dit betekent dat de partij die de artiest betaalt altijd ook verantwoordelijk is voor het afdragen van loonheffing en werkgeverslasten. Dit heeft te maken met de wens om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Voor organisaties is dit vaak een enorme administratieve last.
Daarom kiezen veel organisaties om met artiesten een contract af te spreken waarin wordt afgesproken dat niet de organisatie maar de artiest verantwoordelijk is voor het afdragen van loonheffing en werkgeverslasten. Dit heet ‘opting out’.
De belastingdienst heeft hiervoor een modelovereenkomst opgesteld (geldig tot 22.12.2026). Vanaf 1 januari 2025 gaat de belastingdienst controleren of instellingen zich aan de regels houden. Tot die tijd werd er minder streng op gelet vanwege het nog maken en invoeren van nieuwe wetgeving.