Wanneer je als artiest een vergoeding krijgt voor je optreden moet je dit opgeven bij de Belastingdienst. Gebruik hiervoor een gageverklaring.

Een gageverklaring is een vrijwaring voor je opdrachtgever. Hiermee verklaar je dat je zelf de verantwoordelijkheid neemt voor eventuele afdracht van loonbelasting en premies. Je vult dit in na ieder optreden en levert het bij de opdrachtgever in met een kopie van je legitimatiebewijs. De ingevulde en ondertekende verklaring lever je in bij je opdrachtgever vóórdat het afgesproken bedrag wordt uitbetaald.

Gemaakte onkosten kun je daar weer van af trekken. Je reis- en repetitiekosten bijvoorbeeld, of lesgeld en de afschrijving van je apparatuur. Maar ook kleding die je kocht voor het optreden, enzovoorts. Heb je aan het einde van het jaar meer gage ontvangen dan de onkosten die je hebt gemaakt, dan geef je dit overige bedrag op als ‘inkomsten uit overige werkzaamheden’ bij je belastingaangifte.

Kleinevergoedingsregeling

Volgens de Belastingdienst mag bij het gebruik van de gageverklaring 163 euro onbelast worden betaald (de kleinevergoedingsregeling). Dit is per optreden en voorkomt dat er na de belastingaftrek bijna niets van de vergoeding voor het optreden overblijft. De Belastingdienst ziet dit bedrag als een onkostenvergoeding. De onkosten moet je wel kunnen aantonen, dus bewaar bonnetjes en maak (foto)kopieën.

Hogere onkosten
Wanneer je onkosten hoger zijn dan 163 euro kun je bij de Belastingdienst een kostenvergoedingsbeschikking aanvragen om een hoger onbelast bedrag te kunnen krijgen. De beschikking kun je aan je opdrachtgever laten zien, zodat hij weet over welk deel van de gage hij geen loonheffing hoeft in te houden.